Darretje ©
Door Ans van Grinsven
Er was er eens een Dar
Die was van karakter nogal star
Hij had een boos en irritant gezoem
Vaak vloog hij ergens tegenaan, daar lag hij BOEM.
Andere darren lachten zich krom
En vonden hem olie oliedom
Maar de Dar voelde zich niet gelukkig
Dat hij was zo nors en nukkig.
Ik zou best vriendelijk willen zijn
Ik voel me chagrijnig en dat is niet fijn
Ik weet ook niet wat ik mankeer
Waarom ik trek altijd van leer
In mijn familie is niemand zo
Vriendelijkheid kregen ze cadeau
Waarom ben ik zo’n vreemd geval
En heb ik fouten zonder tal?
Zijn familie wist zich ook geen raad
maar stond hem bij met goede daad
Op een dag werd hij vreselijk ziek
En moest allerijl naar een kliniek
Zijn neusje was heel raar gevlekt
De bijenspecialist heeft HET toen ontdekt
Hij kon niet tegen Klaverhoning
Hij kreeg een doos met honderd pillen
die moesten zijn allergie toen stillen
Drie per dag dan moest het lukken
En…nooit meer over klaverbloemen bukken!
Voortaan moest hij mijden iedere klaverbloem
Dan werd vriendelijk zijn gezoem
Toen voelde hij zich zo rijk als een koning
Dat hij nooit meer hoefde zoeken naar klaverhoning
Toen vloog hij nooit meer ergens tegenaan
En kon hij gezellig door het leven gaan
Hij was ook nooit meer star en stug
De Darren kenden hem amper terug!
Hun hele wereldje stond ervan op de kop
En de spanning steeg ten top
Ze wilden de waarheid weten kost wat kost
Maar het raadsel bleef onopgelost
Het bleef hen alsmaar kwellen
Maar het Darretje wilde de waarheid niet vertellen
zo, dit is het verhaal
Van een Dar die genas van zijn akelige kwaal.