Juffrouw Krekel zat op haar hurken
Uit een plasje water te lurken.
En zonder dat ze een druppel morst
Leste juffrouw Krekel haar dorst
Het eten was wat aan de zoute kant
Daaraan had ze vreselijk het land
Want dan moest ze in gaten en hoeken
Naar waterplasjes lopen zoeken
Maar ik heb het toch gevonden
Sprak ze blij en opgewonden
Mijn buikje is met kool en sla gevuld.
En met enige moeite en geduld,
Is water daarbij toch gekomen,
Het is meer dan ik had durven dromen
Juffrouw Krekel tripte van de pret
En liet zich vallen in een bloemen bed
Ze slaakte een klein gaapje
Het was weer tijd voor haar middagslaapje