Hoofdstuk 7 Daar komt de politie ©
Door Ans van Grinsven
Daar komt de politieauto. Twee politieagenten stappen uit. Ze bekijken het slot, de winkel en vragen wie ze verdenken van de inbraak. Ze vragen nog veel meer en schrijven alles op in een boekje. "Tja, zeggen ook de agenten het is inderdaad iemand die van honing houdt en niet van broodkruimels." Dan zoeken ze de buurt af. Maar ze vinden niets."We zullen het verder onderzoeken. U hoort nog van ons." Ze stappen weer in hun auto en vertrekken. "Kom familie," zegt Opa, "we moeten de deur repareren en zien dat we spoedig weer aan honing komen, we moeten hard aan het werk. Het reclamebord van honing kan weggehaald worden. We moeten het de klanten vertellen dat we vandaag geen honing hebben om te verkopen. Er is een hoop te doen. Iedereen probeert aan het werk te gaan. Er word een nieuw slot in de deur gezet. Een stel oudere mieren helpen Meneer Mierielja in de winkel. De mierenmoeders gaan naar huis om voor de kleintjes te zorgen. Maar ondanks de drukte word er niet veel gewerkt. Iedereen is uit zijn doen. Opa zit op een krukje in de winkel en denkt na. "Wie houdt er van honing," mompelt hij. "Beren," zegt plotseling Oom Mierse. "Beren houden van honing." "Beren?" zegt opa kwaad. "Waar heb jij ooit beren gezien in Lindewiek?" Oom Mierse zwijgt verschrikt. Inderdaad, in Lindewiek zijn geen beren. Dat kan dus ook al niet. Maar dan komt er een klein stemmetje achter de toonbank vandaan: het is Mieleke. "Bijen houden ook van honing." Zijn kleine kopje komt net boven de toonbank uit. Iedereen is er stil van. Bijen! Zouden zij…?Er word weer opgewonden gepraat. "Maar bijen zorgen toch zelf voor honing. Zij verzamelen ze zelf iedere dag bij de bloemen." Opa, die altijd alles zo goed weet, is even helemaal in de war. Stel je voor: een bij die honing steelt. Maar dat kan toch eigenlijk niet. Bijen hebben zelf honing genoeg. Maar als het wel zo is, hoe kunnen ze erachter komen dat een bij in hun winkel heeft ingebroken? "Misschien hebben ze geen zin meer om honing te verzamelen, " zegt Mieleke. "Of misschien zit er geen honing meer in de bloemen." Er word druk nagedacht. We moeten niet afwachten tot de politie de inbreker gevonden heeft. We moeten zelf ook op zoek gaan. De familie knikt. "Aan de Grote Zandweg is een man die bijenkorven heeft. We kunnen daar gaan vragen." vind Opa. Opa roept al zijn zonen bij elkaar en dat zijn er nogal wat. Hij stuurt hen er op uit. "Er is ook een bijennest dicht bij boer Bartjes. En vraag het iedere bij die je tegenkomt. IJverig gaan ze op weg.
Intussen komen de eerste klanten om inkopen te doen. Wat zijn ze teleurgesteld dat er geen Klaver en Lindehoning is. Dan kopen ze als extraatje maar overheerlijke krentenbollen krui- kruimels.