Hoofdstuk 17 Oei, oei, daar mag je nooit aankomen! ©
Door Ans van Grinsven
Ze bekeken de flesjes op het glazen blad erboven. PARFUM stond erop. Troeleke pakte een flesje en schroefde de dop eraf. Ze rook er aan en gaf een gilletje van plezier. Toen pakten ook de anderen een flesje schroefden de dop eraf en roken eraan. “Het ruikt heel anders dan kaas ,” vond Pipke en sprenkelde een heleboel over zich heen. De anderen deden het ook en wat roken ze toen heerlijk. En de hele badkamer ook. Pipke ging op de rand van de wastafel staan en hield haar flesje ondersteboven en liet de rest van de parfum over Orrie in zijn autootje lopen. Zo! Nu had hij ook wat. Nieuwsgierig keken ze wat er in het kastje boven de wastafel zat. Tandenborstels tandpasta en een hele hoop andere dingen. Ze wisten niet waar het allemaal voor was. “Die rare dingen op stelen daar moet je je haar mee kammen,” dacht Tipsie. “Nietes, daar moet je je tanden mee poetsen,” zei Blaffie.
Tipsie deed een tube open en smeerde er wat van op zijn gezicht. Hij werd er helemaal wit van. De anderen lachten hem uit. “nu zie je eruit als een ijsbeer,” zei Kiekie. “Volgens mij is het voor je tanden want er staat tandpasta op de tube, dan moet het wel voor je tanden zijn.” Tipsie schaamde zich dat hij niet kon lezen. En nu zat hij met tandpasta op zijn gezicht. Hij probeerde het van zijn gezicht te vegen maar dat ging niet, hij bleef maar wit.
Troeleke pakte een doosje waar pilletjes inzaten en nam een paar van. Ze dacht dat het snoepjes waren en stak ze in haar mond. Maar het smaakte heel raar. “Niks lekker,” zei ze.
Toen ze alles in het kastje bekeken hadden, gleden ze van de wastafel en bekeken de wasmachine en het handdoekenkastje en keken wat er in de prullenmand zat. Toen vonden ze genoeg hadden gezien en wilden terug naar hun kamer. Ze voelden zich ook niet prettig want hun kleren waren nog kletsnat en dat voelde niet echt fijn. Maar toch hadden ze het uitstapje leuk gevonden. Onder de parfum gingen ze terug naar hun kamer.
Maar…toen kreeg Troeleke erge buikpijn. “Dat komt van die snoepjes,” kreunde ze en ging languit in de doos liggen. De anderen waren blij dat ze niet van die rare snoepjes hadden gegeten en gingen plannetje maken voor het volgende uitstapje.“Ik wil zwemmen,”zei Orrie “want anders zit ik alleen maar in het autootje.”Daar waren ze het allemaal mee eens. “Orrie moest ook iets leuks hebben. Daarom ging Blaffie meteen naar zolder om de zwemband te zoeken. Die vond hij met moeite achter een stel dozen. “Morgen gaan we naar beneden,”kondigde hij aan. Opeens viel er een stilte, “Hoe moeten we het autootje naar beneden krijgen? Want dat gaat niet met die trap.” Ze dachten diep na hoe ze dit moesten oplossen. “We moeten je gewoon dragen,”dacht Wiebel. Maar Orrie wilde niet gedragen worden omdat hij dat erg kinderachtig vond. Maar Pipke vond een prachtige oplossing: “In de badkamer staat een emmer,”zei ze. Als we daar een touw aan vastbinden dan zetten we Orrie met het autootje in de emmer en laten we de emmer uit het raam naar beneden zakken.” Ze juichten om de prachtige oplossing. Orrie was dol van blijdschap. Morgen ging hij zwemmen, hij kon haast niet wachten tot het zover was.
Troeleke lag te kreunen en riep om een hondendokter. Maar die was er niet.