Hoofdstuk 9 De Freule en Stoffel ©
Door Ans van Grinsven
Brombie hield van wandelen. Iedere dag ging hij een wandelingetje maken en werd een echte wandelbeer. Het park en zijn bewoners kende hij al. Nu besloot hij maar eens verder rond te kijken in de omgeving. Hij liep het park door en groette hier en daar zijn vrienden en liep aan de achterkant het park weer uit de weide velden in. Brombie hield van de natuur en de frisse geur van gras en allerlei veldbloemen . De omgeving van Groenedaal was prachtig. Mooie golvende weiden vol gele boterbloemen en paarse klaverbloemen en heldere kabbelende beekjes. Brombie genoot. Na een tijdje zag hij in de verte een bankje onder reusachtige kastanjeboom waar de wortels alle kanten uit kronkelden. Toen hij dichterbij kwam zag hij een hazendame kaarsrecht op het puntje van de bank zitten. Om haar heen dartelde een schattig klein haasje met een grote roze strik op haar hoofdje. “Dat moet de Freule zijn,”dacht Brombie. Hij had al veel over haar gehoord in het park. De Freule had eigenlijk geen kinderen maar genoeg geld om een Hazenkind te adopteren wiens moeder door een tractor was overreden. Zo was Karlijntje bij haar in de hazenburcht gekomen.
Brombie maakte een diepe buiging voor de freule en stelde zich voor. Ze gaf hem een vriendelijk knikje en nodigde hem uit om naast haar te komen zitten. Brombie maakte er dankbaar gebruik van. De Freule die zich zelden buiten haar landgoed begaf, vond dat haar hazenkind dat ze onder haar hoede had, de buitenwereld moest leren kennen. Zo had ze haar naar buiten meegenomen. Karlijntje genoot met volle teugen. De Freule ook. De beschermende burcht was stil een vredig, soms te stil en te vredig. Meteen waren ze in een prettig gesprek verwikkeld over Groenedaal en omgeving. Het bleek dat de Freule alles al af wist van Huize Weltevree en zijn bewoners. Ook dat zij hier een beer voor zich had die van lezen hield. Brombie vernam dat de Freule een uitgebreide bibliotheek bezat en nodigde hem uit deze eens te komen bekijken. Brombie verheugde zich er erg op. Nog maar kort tevoren had hij voor het eerst een echte haas ontmoet, ontmoette nu zelfs een die van adel was. Karlijntje was stil aan haar voeten komen zitten. De Freule voedde haar op verstandige wijze op: als grote hazen spraken dan hielden kleine haasjes keurig hun mond.
Toen nam de Freule afscheid want zij was al een tijdje met Karlijntje uit de burcht weg. Brombie stond ook op en maakte een diepe buiging.
Toen ging hij verder met zijn wandeling. Hij was zo diep in gedachten over de ontmoeting en de uitnodiging dat hij helemaal niet hoorde dat iemand hem riep. Opeens drong het tot hem door dat iemand naar hem toekwam. Alweer een haas, maar deze zag er minder deftig uit. Hij droeg een malle hoed met gaten waar zijn twee oren uitstaken. Tussen het gat aan zijn linkeroor stak een potlood en aan zijn riem bungelde een notitieblokje. “Ik ben Stoffel,”zei hij.
“Ik ben Brombie,” zei Brombie. “weet ik,”zei de onbekende haas, “van Knuffie, die in dienst is bij de Freule. Die is namelijk mijn vriend. Zo kwam Brombie alweer in gesprek met een haas. Hij nodigde Brombie uit in zijn huis voor een glas wortelsap. “Wel niet zo mooi als de burcht van de Freule,”zei hij "maar mijn huis ziet er ook gezellig uit”. Zo verdween Stoffel door het hoge gras met Brombie achter zich aan. Opeens hield Stoffel halt voor een hoge bult in het gras omgeven door Klaverbloemen. Hij schoof het gras opzij en toen kwam een deurtje tevoorschijn die hij opendeed. “Kom binnen,”zei Stoffel. Brombie volgde hem door een lange gang de grond in. Tot ze opnieuw bij een deur kwamen die hij ook openmaakte. Een heerlijke warmte kwam Brombie tegemoet want in de grote ruimte brandde een open haard. Het leek of de vlammetjes tikkertje speelden met elkaar. Om de haard stonden een paar makkelijke stoelen. Het zag er heel gezellig uit. De hele kamer stond vol met leuk prulletjes. Een kleine ronde eettafel een vaasje met boterbloemen en een heleboel schilderijtjes aan de muur. Een kastje met fotolijstjes. Een bureautje met een schrijfmachine, een vaasje met pennen en een grote stapel witte vellen papier. Ook stapels volgeschreven papier. Een kast vol boeken. Brombie nam alles in zich op. Het meest was hij verbaast over het bureautje met de schrijfmachine. Toen ging hij bij de haard zitten. Even later kwam Stoffel met twee geurige glazen wortelsap. Brombie vroeg wat hij met die schrijfmachine deed. “Ik schrijf een boek,”vertelde Stoffel. Daar wilde Brombie natuurlijk meer van weten. “Ik schrijf over de geschiedenis over de Freule,” zei hij. ”Het is een heel oude geschiedenis en waarom de familie heel lang geleden in de adelstand verheven is. Ik ben al heel lang bezig dit uit te zoeken hoe het gekomen is. Stoffel had in de gaten dat Brombie een heel aandachtige luisteraar was. Vertellen was iets wat Stoffel graag deed: "Heel lang geleden was Barteloor van Hazendonk, een slimme haas die een nieuwe wortelsoort kweekte. Die hij de Pommerwortel noemde. Die was zo overheerlijk dat hij er een winkeltje in begon. Hazen uit de hele omgeving wisten al gauw de weg te vinden naar het winkeltje om er de Pommerwortel te kopen. Zo werd Barteloor beroemd. Al gauw opende hij overal nieuwe winkeltjes en liet er zijn kinderen ( hij had er tien) de Pommerwortel aanprijzen en verkopen. En hazen, misschien wist je het nog niet, trouwen nogal vlug en krijgen dan ook weer kinderen. Dus je snapt hoe de zaken er dan voorstaan. Barteloor werd schatrijk Toen trok hij zich uit de zaak terug en ging zich bezighouden met het kweken van nog weer een nieuwe wortelsoort die nog veel lekkerder moest worden. In zijn kwekerijtje lukte het hem de Pommerdepom wortel te kweken. Veel zoeter van smaak. Weer kwamen hazen van heinde en ver om die zoete wortelen te kopen. Ze waren het er allemaal over eens: de Pommerdepom was nog veel lekkerder dan de gewone Pommer. Het fijnste was dat de hazen nu uit twee soorten wortelen konden kiezen. En of dat nog niet genoeg was, ging Barteloor weer door in zijn kwekerijtje om weer een nieuwe soort te kweken. Na hard werken lukte het om weer een nieuwe soort te kweken en die noemde hij naar zichzelf: De Barteloorwortel. Dus je snapt dat Barteloor hoe langer hoe beroemder werd met zijn wortelen.
De familie kocht een groot landgoed en breidde zijn landerijen flink uit naar alle kanten. Dat was in de tijd van koning Haspelaar de 2de in 1680. De koning liet zijn dienaren kisten met alle drie soorten wortelen kopen. Toen vond hij dat Barteloor in de Adelstand verheven moest worden. Hij mocht toen de naam Hazelaar achter zijn naam zetten en zo werd het Barteloor van Hazendonk tot Hazelaar. Dus dit hele gebied behoort toe aan de voorouders van de Freule. “en nu,”zei Stoffel “schrijf ik een boek over de geschiedenis van die familie zodat iedereen het weet. Brombie had met open mond geluisterd. Tjonge wat een interessante verhalen had hij gehoord. Wat kon Stoffel mooi vertellen. Dat zou hij gauw aan tante Miep en zijn medebewoners vertellen. Toen hij even later afscheid nam van Stoffel was hij zo blij dat hij een heel nieuwe wereld aan het ontdekken was. Hij was benieuwd wat er nog meer in zijn nieuwe leven zou komen. En wat zou Floppie opkijken als hij van de Freule en van stoffel hoorde.
Thuis gekomen hingen ze aan zijn lippen toen hij vertelde welke ontmoetingen hem overkomen waren.