Klaprozen ©
Door Ans van Grinsven
Een heleboel klaprozen in de wei
Keken zonnig en zo blij
Parmantig op hun tere stelen
O wat waren zij met velen.
Ze waren zo teer en oranjerood
En bloosden onverdroot
Wiegden verlegen in de wind
Als ze bewonderd werden door een mensenkind.