Het Kevertje ©
Door Ans van Grinsven
Keverman heel klein
wilde iemand anders zijn
Als ik nu eens een vogel was
en kon vliegen over bos en waterplas
hij sloot heel stijf zijn oogjes dicht
En verwachte dat hij opeens heel licht
zomaar naar boven vloog
maar niks gebeurde wat bewoog.
Hij deed zijn oogjes verschrikt weer open
terwijl de traantjes uit zijn oogjes kropen.
ik wil hier niet op aarde zijn
zei het kevertje o zo klein.
Ik moet er iets op verzinnen
Maar niets schoot hem te binnen
Ik moet om raad gaan vragen dacht hij beslist
Misschien dat zijn mamma wel iets wist.
En op zijn korte pootjes snel
kwam hij bij zijn mammie en die zei: wel wel…
wat is er kleine keverman
En ons kevertje vertelt ervan
Maar mammie zei geschrokken
Een vogel zijn daarvan komen brokken.
Misschien val dat je zomaar uit de lucht
Zei ze met een diepe zucht.
In de lucht is niks gedaan
En op vliegles ben je nooit gegaan.
Lopen is veel fijner keverman
want daar komen er geen ongelukken van
Maar ons kevertje bleef verdrietig
En voelde zich op de grond zo nietig.
Maar opeens kreeg hij een idee
Misschien kan ik met een vogel mee
Dus toen ging hij er vlug naar op zoek
en vond een vogel vlakbij om de hoek.
Maar o wacht wat die is vogel van plan
Hij zei bijna HAP naar kleine keverman
Wacht even, gilde keverman heel bang
Ik wil nog leven heel erg lang
De vogel keek heel erg verbaast
Maar ik heb heel erg veel haast
Want ik heb honger als een paard
Dus ik voel me niet bezwaard
Om jou als kever op te eten
Ons kevertje begon van angst te zweten
Hij begon te rennen voor zijn leven
Kon ik maar vliegen dacht hij even
Dan was ik heel gauw thuis
Die vogelwereld is niet pluis.
Gelukkig is hij veilig thuisgekomen
En…over vliegen wilde hij nooit meer dromen