Rating: 0 sterren
0 stemmen

       Hoofdstuk 2                              De vier zusjes  Krekel ©

 

                                                                                                 Door Ans van Grinsven

 

 

Maar zoals jullie weten staat er nog een huisje leeg in de boomflat. Maar daar zal gauw verandering in komen.  Er is namelijk even buiten het bos en prachtige groene weide. Daar wonen de vier zusjes Krekel. Krekels zijn graag buiten in de natuur. Maar het  jongste zusje Heleentje is geboren zonder  voelsprieten. En die heb je hard nodig want anders bots je overal tegenop. Ook haar vleugeltjes zijn veel te kort zodat ze ook niet kan vliegen of springen. En haar krekelgeluid is ook al niet geweldig. Ze is het zorgenkindje van  haar zusjes Roosje, Anneliek en Annebet. Krekels wonen graag in de buitenlucht om krekelgeluiden te maken en daar houd iedereen van, waar of niet? Eigenlijk maken alleen jongetjeskrekels die geluiden maar er is geen jongetje in het gezin geboren, dus vonden papa en mama dat de zusjes het ook moesten leren.
De zusjes zijn dol op Heleentje en zorgen zo goed mogelijk voor haar.
Maar op een dag gaat het toch mis.  Heleentje  wandelde wat in de omgeving van het Klaverbosje waar ze wonen en voor ze het wist gaat ze te ver. Ze ziet de diepe kuil niet waar ze op de rand loopt en opeens en valt ze er overheen. Ze kan zich nog net met haar kleine voorpootjes aan een kleine graspol vastgrijpen en gilt van schrik. Roosje en Anneliek rennen naar haar toe en trekken uit alle macht aan haar vleugeltjes net op tijd  terug over de rand. Als Heleentje bibberend  in het natte gras op haar pootjes staat barst ze in tranen uit. Het is nog maar net goed gegaan. Maar haar vleugeltjes zijn nu helemaal beschadigd.
Annebet  beseft dat ze hier niet langer kunnen wonen. Het word te gevaarlijk voor hun gehandicapte zusje. Tussen de klaverstengels denken ze diep na over dat ze verhuizen moeten. Heleentje is nu helemaal hulpbehoevend. Ze zijn verdrietig dat ze hun lievelingsplekje moeten verlaten en verder moeten trekken. Maar waarheen? Misschien liggen overal gevaarlijke kuilen. Ze piekeren na hoe het verder moet.
Maar… als je in nood zit, dan merk je dat er altijd weer een bijzondere oplossing komt. Want op dat moment komt het kleine torretje Bensjie langs gewandeld. Hij kent de zusjes en hoort nu wat er gebeurd is. En wat vertelt hij? Over de Boomflat! Er is nog een huisje vrij! Hij is pas zelf verhuist. Tot zijn grote tevredenheid verteld hij blij. De zusjes kijken elkaar aan. Ze willen meteen met Bensjie mee naar Sippie Mus of ze dat huisje kunnen krijgen voordat iemand anders het wil hebben.

 

Sippie staat net op het punt zijn deurtje af te sluiten om vroeg te gaan slapen. Hij heeft een drukke dag gehad omdat  Bram de Uil...teveel lawaai heeft gemaakt en ontevreden is over de gang van zaken en de anderen hebben er last van en zijn bij Sippie komen klagen. De boel al wel gesust maar er is een boel onrust geweest en dat is nu niet de bedoeling van het gezellig samen wonen.
Sippie wil eerst niet opendoen als er gebeld word, maar Bensjie roept door de brievenbus dat er bewoners zijn voor lege flat. Vermoeid sloft Sippie om de deur open te doen maar toch blij dat er al zo gauw nieuwe bewoner zal komen. Hij is opgelucht. Hij gaat warempel een potje thee zetten en het word nogal laat voor zijn gasten vertrekken. Er word van alles besproken, Krekels op de derde verdieping is dat geen probleem? “Welnee,” zegt Annebet We zijn nu toch ook bovengekomen? wij kunnen goed traplopen en we kunnen vliegen ook. maar voor ons zusje is het wel een probleem. Haar vleugeltjes, ziet u. Is daar een oplossing voor?” Heleentje is nu met moeite door Annebet naar boven gedragen. Maar het is wel een moeilijk om dit iedere dag te doen. Heleentje zit er verlegen en stilletjes bij. Maar toen zei ze dat ze helemaal niet meer naar buiten wilde. Maar Sippie liet hun nu hun nieuwe huisje zien. En ze waren er zo blij mee. Ze hadden nu wel nieuwe meubeltjes nodig en bedjes voor de slaapkamer. Sippie zei dat de vorige bewoner alles had achtergelaten in de opslagruimte beneden. Er moesten alleen drie nieuwe bedjes bijkomen. Hij zou Stoffel vragen of hij dat kon regelen. Morgen zou hij daarvoor bellen.
En Sippie bedacht dat hij wel een oplossing wist voor Heleentje. Hij bood aan dat hij Heleentje wel naar boven zou vliegen, want hij woonde immers op dezelfde verdieping. Als Heleentje tenminste geen misbruik van hem maakte om de hele dag op een neer naar buiten te willen. Maar Heleentje bleef na haar avontuur van de diepe kuil liever in thuis.  Ze zien erg naar uit dat hun huisje klaar is. Er is haast bij.
De volgende dag gingen Annebet Roosje en Anneliek al vroeg naar de boomflat om uit de opslagruimte tafels stoelen fornuis en potten pannen en alles wat nodig is naar boven te dragen. Heleentje mocht bij Bensjie op visite blijven waar hij haar verwende met lekkere hapjes bij de brandnetelthee. Toen de andere bewoners gingen kijken wat al dat lawaai te betekenen had gingen ze meteen aan de slag om mee te helpen. Binnen een paar uurtjes was alles bovengebracht en gezellig ingericht. Er lag een mooi vloerkleed dat meneer Ekster had achtergelaten. Het fornuis was aangesloten en de potten en pannetjes stonden op de rekjes. Alleen de boekenkast in de kamer was leeg want meneer Ekster had al zijn boeken meegenomen. Maar zeiden de andere dieren dat ze hen wel wat boeken zouden geven. Een ieder kon wel een paar boeken geven dan ziet de kast er wel gezellig uit. Heleentje die van lezen hield was er zo blij mee.
Stoffel die op dit moment gelukkig wel wat tijd over had. Er waren wel klusjes maar niet iets wat haast had, had al gauw van mooi zacht dennenhout vier prachtige bedjes gemaakt, zodat het bed van meneer Ekster in de opslag kon blijven. Het briefje Te Huur is van de deur afgehaald. En hun nieuwe leven kon beginnen in een veilige wereld met nieuwe vrienden.
Voor Heleentje is haar leventje nu veel gemakkelijker. Als ze uit willen dan past altijd een van op Heleentje. Maar voor Heleentje hoeft dat niet, ze kan zich best redden in hun nieuwe huisje. Bovendien wil ze helemaal niet meer naar buiten. Hier binnen is het veel veiliger. Bovendien krijgen ze veel visite de een na de ander komt langs voor een praatje en niemand vind het erg dat Heleentje gehandicapt is. Ze helpen haar als ze bij de buurtjes op visite wilde, dan kwamen ze haar halen En iedereen hield van haar, want al was ze niet mooi, ze heeft geen voelsprieten en haar korte vleugeltjes  zijn gekreukeld, maar ze houden van haar, gewoon omdat ze Heleentje is. Heleentje verlangt  helemaal niet meer naar buiten. Ze heeft genoeg vriendjes hier en een boekenkast vol boeken om te lezen.