Hoofdstuk 16 De nieuwe bewoner ©
Door Ans van Grinsven
Op een dag gaat er een praatje rond in Lindewiek en iedereen is er ondersteboven van. Er is namelijk een duif komen aan vliegen. Hij cirkelt boven de huizen en strijkt dan neer in het park midden in de stad. Nu is dat natuurlijk niks bijzonders zul je denken. Overal vliegen duiven rond nietwaar? Maar het geval wil dat in Lindewiek maar EEN duif woont en dat is juffrouw Duif. Het is dus een hele belevenis dat er nog een duif komt. Barend, zo heet hij, kijkt nieuwsgierig rond. Wat ziet het er hier plezierig uit. “Ik wil hier best blijven.”
Barend is eigenlijk een wedstrijdduif. Weet je wat dat is? Dat is een duif, die samen met een hele hoop andere duiven in een duiventil wonen. Die duiventil staat bij iemand in de tuin. Soms brengt hij een stel duiven in een mand ergens naar toe. Samen met duiven van andere mensen, die ook een duiventil hebben, worden ze dan ergens heel ver weggebracht. Dan worden ze daar losgelaten om naar huis te vliegen. Wie het eerst thuis komt krijgt een prijs. Niet dat de duif een prijs krijgt. Welnee. Die krijgt dan zijn baas. Een prachtige grote beker van zilver. Misschien heb je die wel eens gezien.
Maar op een goede dag heeft Barend de duif er schoon genoeg van om die grote afstanden te vliegen. Hij is net uit Frankrijk gekomen. Nu moet hij nog een eind vliegen naar de andere kant van het land. Zijn baas heeft al een heel stel van die mooie bekers gewonnen die keurig gepoetst in een glazen kast staan want Barend is echt een winnaar. Maar nu, heeft hij onderweg zijn plannetjes klaar. Hij wil niet meer terug naar huis. Niks naar andere landen gebracht worden en die ruzies onder elkaar wie het eerste thuis is. Onderweg wil hij uitkijken of hij een gezellig stadje zal zien.
En zo is Barend bij ons aangeland. Binnen de korst mogelijk tijd is het nieuwtje door Lindewiek gegaan. De vogels en alle dieren vertellen het elkaar en alle kinderen die ze tegenkomen. Iedereen komt haastig naar het park. Warempel daar zit werkelijk een duif. Ook juffrouw Duif hoort het nieuwtje. Voorzichtig vliegt ze naar het park en zit op een afstandje naar de andere duif te kijken. Wat een knappe duif denkt ze. Ze bloost een beetje bij die gedachte.
Barend is overrompeld door al die belangstelling. Al die vogels, al die kinderen en al die grote mensen. “Is hij dan zo beroemd als wedstrijdduif?” vraagt hij zich af. Welnee, in heel Lindewiek bestaan geen duiventilletjes, ze hebben nog nooit van Barend gehoord. Dat vertellen de merels. Er woont hier maar een duif. Juffrouw Duif. Barend luistert met belangstelling. Nog een duif? De vogels kijken naar de plaats waar jufrouw gewoonlijk zit in de beukenboom, maar juffrouw Duif is stilletjes weggevlogen naar haar huisje. Ze is nogal opgewonden bij de gedachte dat er nog een duif in Lindewiek is gekomen. En opgewonden is iedereen. Nog een duif. Iedereen denkt er het zijne van. Juffrouw Duif en die nieuwe duif zouden elkaar vast aardig vinden. Daar zal vast een trouwerij van komen. Alle vogels zijn druk in de weer en er word heel wat afgekletst. Iedereen vindt dat onze juffrouw Barend moet leren kennen. Die avond gaan de meesjes en de leeuweriken, voor het donker word, haar bezoeken om het te vertellen. Maar juffrouw Duif word er vreselijk verlegen van. Ze wil niet. De meesjes zijn teleurgesteld."We moeten er wat op zien te vinden," zeggen de leeuweriken, als ze naar huis vliegen.
Van slapen komt die nacht niet veel. Ook in het donker zitten ze bij elkaar te kwetteren.
Ook de kinderen vinden het best leuk dat er nog een duif in het stadje is gekomen. En hun ouders ook. Zelfs de burgemeester is uit het stadhuis komen kijken. Nu zijn er gelukkig twee duiven. De volgende dag gaan de vogels naar Barend toe. Hij zit nog een beetje te dutten in een van de treurwilgen van het park. Ze beginnen hem een heleboel verhalen te vertellen over juffrouw Duif. En die verhalen worden hoe langer hoe mooier. Eerlijk gezegd hebben ze er wel een heleboel bij gefantaseerd. Maar ja, het is tenslotte voor het goede doel, vinden ze. Barend word daardoor erg nieuwsgierig naar juffrouw Duif. "Wat het aller-leukste is aan haar," zeggen de pimpelmezen: "Ze is niet getrouwd." Ze zwijgen veelbetekenend. Dan wordt Barend helemaal nieuwsgierig. "Ze is heeeel knap", zegt Wikkie mus. "ze woont in de Merellaan. In de tuin op nummer 2. We brengen je wel." Maar dan wordt Barend erg verlegen. Stel je voor. Hij kan zijn eigen boontjes wel doppen. Dus dat gaat niet door.