Hoofdstuk 20 De familie gaat op vakantie ©
Door Ans van Grinsven
Inmiddels zijn we weer een paar weekjes verder. Het is een heerlijke zomer.
Maar op een dag was Michel druk in de weer. Zijn ouders waren tot verbazing van de knuffels niet naar hun werk. Ze liepen koffers in te pakken Blaffie begreep dat de vakantie was aangebroken. Tot grote schrik van Pietje en Goudje. “Het is weer zo ver,” dacht Blaffie, “de familie trekt weer ergens naar toe. De andere knuffels waren doodstil. Straks een leeg huis en alle gezelligheid weg! “We hebben elkaar toch,” zei Pipke.
Ook Michel was in zijn kamer zijn koffer aan het inpakken. “Mogen we mee?” vroeg Troeleke. Michel keek verbaast op. “kan niet,” zei hij. “Waarom niet?” wilde Pipke weten. “Je denkt toch zeker niet dat ik met een stel knuffelbeesten op vakantie wil!” zei Michel. “Ik zie me al, we gaan met het vliegtuig en ik zeker met een stel knuffelbeesten in mijn armen. Weet je wel hoe oud ik ben?” “Hoezo?” wilde Tipsie weten, “wat heeft dat er mee te maken?” “Ik ben geen kleuter die met knuffelbeesten loopt rond te sjouwen,” zei Michel verontwaardigd. “waarom heb je ons dan?” vroeg Wiebel. Michel dacht even na. “Nou ik vind het gezellig dat ik jullie heb. Maar als ik jullie mee neem dan word ik door iedereen voor kinderachtig versleten. Zodoende!
De knuffels voelden zich verslagen. Dat was het dus. Het was niet eerlijk verdeeld. De mensen mogen dus op vakantie en de knuffels mochten, MOESTEN braaf op jongens en meisjeskamers achterblijven. Ze waren verschrikkelijk boos.
Die dag vertrok de familie en wat was het opeens stil in huis. “Als ze weer thuiskomen zeggen we geen woord meer tegen ze.” zei Tipsie. “Nee nooit meer,” viel Kiekie bij. “we moeten weglopen,” vond Wiebel.
Maar die dag merkten ze dat de deuren stevig op slot zaten. Dat was opnieuw een domper. Nu konden ze niet eens meer naar buiten op avontuur. Ze konden wel bij het raam op hun kamer en met de emmer en het touw naar beneden, maar niet door de deur in de huiskamer.
Ook Pietje klaagde dat het raam niet meer op een kiertje openstond. “ik stik nog,” zei hij toen de knuffels hem opzochten. “Maar alles moet dicht tegen inbrekers. De buren hebben de sleutel en die komen mijn eten bijvullen. Alsof ik dat niet zelf kan.” kwekte hij. verontwaardigd. “Maar ja, voorschrift van de baas.”
De knuffels probeerden het maar gezellig te maken. Die dag gingen ze op alle bedden staan springen, ze snuffelden de klerenkasten na en hielden een verkleedpartij. Al met al werd het toch een leuke boel. Pietje deed mee in de feestvreugde en bij Goudje gingen ze in alle laden in de huiskamer kijken wat er allemaal in lag en toen gingen ze tv kijken. En ze hoorden dat een knappe juffrouw vertelde dat in alle landen het weer heel slecht zou worden. Maar hier is het mooi weer met heel veel zon. Ook de volgende week. En dat was goed nieuws, vond Wiebel. Maar de anderen zeiden dat dit niet aardig was, van Wiebel!