Rating: 5 sterren
1 stem

Hoofdstuk 4                             Eeckie Horn ©

Door Ans van Grinsven

Op een ochtend ging Brombie de omgeving verder verkennen en wandelde de rechterkant van de Seringenlaan uit. Aan het einde zag hij tot zijn blijdschap een prachtig park met statige beuken en prachtige eiken en kastanjebomen. Hij stak de straat over. Even later genoot hij van de geurige veldbloemen in het hoge gras. Hij verliet het pad en liep kriskras door het gras tot onder de reusachtige eiken en belandde op een klein zandpaadje. Opeens kreeg hij iets op zijn hoofd.
"Auw, riep hij en greep naar de gevoelige plek op zijn hoofd.
"Sorry," hoorde hij iemand roepen. Brombie keek rond maar kon niet ontdekken waar de stem vandaan kwam.
"Hallo, hierboven zit ik," riep de stem weer.
Brombie keek omhoog en zag een eekhoorntje op een dikke eikentak. In zijn knuistje hield hij allerlei eikels.
"Sorry hoor, ik liet er eentje vallen. Per ongeluk. Heb je je zeer gedaan?"
"O, o nee hoor," riep Brombie terug want hij wilde niet kinderachtig overkomen.
"Gelukkig! Zeg, kun je mijn eikel komen brengen?"
"Waarom kom je die zelf niet halen?" vroeg Brombie. Hij had helemaal geen zin in een klimpartij.
"Kan niet," riep het eekhoorntje, "Als ik met mijn eikels naar beneden kom, laat ik ze allemaal vallen." Daar kon Brombie inkomen.
"Als je de eikel komt brengen, dan nodig ik je meteen uit voor een kopje thee bij mij thuis," riep het bruine diertje weer.
Brombie had wel zin in een kopje thee en vergat zijn zere hoofd en zijn beledigde gevoel. Hij raapte de eikel op en stak hem in zijn broekzak.
"Kom naar mijn huis in de tweede beukenboom op het einde van dit pad. Er hangt een touwladdertje buiten. Maar niet te snel hoor, ik moet eerst met mijn eikels thuis zien te komen."
Brombie zag hem verdwijnen van tak tot tak door de bomen.
"Hmmm, pad aflopen." mompelde hij. "Tweede beukenboom." Maar op het eind van het kleine pad stonden verschillende beukenbomen kriskras door elkaar. Hij keek wanhopig rond.
"Hierzo," riep weer het stemmetje.
Brombie zuchtte opgelucht, toen zag hij een  touwladdertje hangen. Hij klom onhandig naar boven. Toen stond hij tussen twee dikke takken voor een deurtje dat half open stond. Er hing een vuurrood bordje. Eeckie Horn stond er op  opgeschreven. Het deurtje zwaaide verder open. "Kom binnen," zei het eekhoorntje, "heb je de eikel?"
Brombie knikte en stapte de schemerige gang binnen en haalde de eikel uit zijn zak. "Je hebt zeker al gelezen hoe ik heet?" vroeg het eekhoorntje. "Ja," zei Brombie, "en ik heet Brombie Bromichja."
"Ben je soms een buitenlander?" vroeg Eeckie nieuwsgierig, "Het klinkt zo Russisch"
"Noordpool," verbeterde Brombie, "maar dat is een lang verhaal."
Eeckie was niet geïnteresseerd in lange verhalen en loodste zijn bezoeker naar de huiskamer. "Ga zitten," zei hij, "de thee komt eraan" en verdween naar de keuken. De eikel die hij had laten vallen legde hij bij de anderen op het aanrecht.
Brombie keek intussen de kamer rond die stampvol prulletjes stond. Zijn nieuwe vriendje scheen alles wat hij onderweg vond mee naar huis te slepen. Het was nogal rommelig, maar toch ook wel heel gezellig. Ook stonden overal schalen met eikels en allerlei noten.
Even later kwam Eeckie met een theeblad met thee en allerlei heerlijkheden. Er stond zowaar ook een potje Klaverhoning op. Brombie veerde verheugd op bij het zien van die lekkernij.
"Ik weet dat beren dol zijn op honing," zei Eeckie. "Ik heb het altijd in huis voor bezoekers, zelf lust ik het niet. Ik koop het bij Mia Vlieggraag de Bij. Zo zie je maar, het komt altijd van pas."
Het werd een gezellig thee-uurtje. Eeckie vertelde honderduit over de bewoners van het park waar hij iedereen van kende en wist te wonen. Hij wist nogal wat bijzonderheden. Over de tortelduiven met wie hij op zeer goede voet stond. Soms had hij slaande ruzie met een stel lawaaierige eksters. Er zijn een heleboel mussen die altijd maar doen waar ze zin in hebben. Onder de grond woont een molletje dat lange gangen maakt en zo nu en dan steekt ze haar neus boven de grond en zo ontstonden er overal grote molshopen in het grasveld waar de kinderen uit de buurt komen spelen. Het grasveld is niet om aan te zien. Iedereen spreekt er schande van waar Mamol zich niets van aan trekt. Brombie luisterde met belangstelling. Zo zijn er mussen, merels, vinken, een roodborstje dat Robin heet en een winterkoninkje dat zich verbeeld een echte koning te zijn. Voortdurend wil hij dat iedereen naar hem luistert, wat niemand doet tot zijn grote ergernis. Er zijn kool en pimpelmezen, kwikstaartjes, kraaien, (vreselijke ruziemakers), hij kende nogal wat bijenvolken die hun honing aan Mia leverden. Er waren konijnen, de familie Ganzendons woont in de vijver achter de brug en er waren eendenfamilies en twee jonge zwanen die elkaar hadden leren kennen en volgend voorjaar zouden trouwen. Aan de rand van het park woonden enkele muizenfamilies. Achter het park lagen uitgestrekte velden met een hazenburcht waar de freule Isabella Helena Margaretha van Hazendonk tot Hazelaar woont. Eeckie kende iedereen en wat kon hij vertellen. Brombie had ademloos geluisterd.
Brombie op zijn beurt vertelde over Huize Weltevree, en tante Miep, hoe ze met zijn allen sinds kort gezellig samenwoonden. Hij nodigde zijn nieuwe vriend uit voor een bezoek. Eeckie beloofde het. Na het drinken van de thee liet Eeckie zijn hele huisje zien. Alle kamers waren tjokvol eikels, beukennootjes en hazelnootjes keurig opgestapeld. Brombie keek er met verbazing naar.
"Voor slechte tijden," verduidelijkte het eekhoorntje, als er weinig eikels en noten te vinden zijn.
"Wat zul je daar druk mee zijn," zei Brombie op. Eeckie knikte, "het is een goed eikel en notenjaar," zei hij trots over zijn prachtige voorraad. Het leek wel of hij ze een voor een had opgepoetst.
"Zo gauw ik kan, kom ik jullie opzoeken, maar nu nog niet want ik ben nog veel te druk met het verzamelen van nieuwe eikels."
"Heb je er dan nog niet genoeg?" vroeg Brombie verbaast.
"Nee," zei Eeckie, eigenlijk komt er nooit een einde aan."
"Straks ben word je ziek omdat je zo moe bent," meende Brombie.
"Welnee," sprak het eekhoorntje opgewekt.
Na het bekijken van het huisje vond Brombie het tijd om te vertrekken. Ze namen hartelijke afscheid.
"Ik hoop gauw langs te komen," riep Eeckie nog na, terwijl Brombie langs het touwladdertje naar beneden afdaalde. Hij ging haastig naar huis om over zijn nieuwe ontmoeting te vertellen…