Rating: 5 sterren
1 stem

Hoofdstuk 15                                       Nog meer pech voor Floppie ©

Door Ans van Grinsven

De volgende dag werd Floppie nog steeds doodmoe wakker. Hij keek hij naar het bed van Klaartje die gelukkig nog sliep. Voorzichtig stond hij op en sloop de kamer uit voordat iemand wakker zou worden. Nadat hij zich gewassen en aangekleed had ging hij de tafel dekken.  Gelukkig wist hij nu hoe je thee moest zetten. Net was hij met alles klaar toen de anderen schoongewassen en aangekleed binnenkwamen. Behalve Klaartje natuurlijk. Pluisje maakte een keurig dienblad met een boterhammetje met kersenjam waar Klaartje dol op was, naar haar toe. Brombie vond dat Floppie de tafel keurig gedekt had. “Je leert het al Floppie,”zei Brombie goedkeurend. Floppie glunderde. Opeens vond hij het minder erg dat hij Klaartjes werk moest doen. Pluisje maakte die ochtend een lijstje van wat allemaal gedaan moest worden die dag. Daar stond op de afwas, de bedden opmaken en de keukenramen zemen. Maar Floppie was niet te bewegen de bedden op te maken, want op de slaapkamer was Klaartje en daar ging hij voor geen goud naar toe. Brombie dreigde met nog meer straf, maar hij weigerde hardnekkig. Brombie merkte dat het menens was en Lotje bood aan dat zij dat wel zou doen en Brombie gaf met tegenzin toe. De afwas ging nog met evenveel moeite, maar uiteindelijk kwam het toch voor elkaar.
Nu was ramen zemen aan de beurt, maar wat moest hij nog veel leren bleek later. Hij deed een halve fles afwasmiddel in de emmer water. En begon aan de buitenkant de ramen de boenen. Weldra zat alles onder een dikke laag schuim. Toen Pluisje even later de keuken inkwam viel haar mond open van verbazing. Door het raam zag ze dikke witte vlokken. “Het sneeuwt,”riep ze “het sneeuwt midden in de zomer!” De anderen kwamen aanhollen. En ze zagen een witte massa sneeuw.
“We halen de slee ,”riep Twinkeltje opgewonden.
“Maar in de andere kamers is helemaal geen sneeuw te zien,” zei Brombie. Ze gingen met zijn allen naar de andere kamers en warempel daar scheen vrolijk het zonnetje. Brombie was verbluft en dat was hij zelden. Hij ging naar het balkon opende de deur. Een massa zeepsop kwam hem tegemoet. En toen zag hij Floppie tussen de schuimmassa. Floppie met een dweil in de weer om de ramen schoon te maken. Brombie wist geen woord uit te brengen. Pluisje die begreep wat er aan de hand was, rilde van afschuw. “FLOPPIE, WAT HEB JE NU WEER GEDAAN?  “Hoezo?” vroeg Floppie  “ik moest toch de ramen schoonmaken?”
“maar je doet het verkeerd,” zei Pluisje.
“Hoezo?”Tante Miep  maakt de boel toch altijd schoon met sop?
“Ja maar de ramen niet. Dat doe je met een spons in schoon water en maak je daarna droog met een zeem en niet met een dweil.”Floppie kreeg tranen in zijn ogen want hij begreep dat de boel weer opnieuw gedaan moest worden. Hij kreunde: kwam er geen einde aan zijn ellende?
“Begin maar weer opnieuw,” gebood Brombie. |"En zorg dat al dat schuim wegkomt.
“Ja en hoe moet 
dat eigenlijk?"
Er zat niets anders op dan al dat schuim in emmers te scheppen en in de badkuip leeg te gooien. Toen dat allemaal klaar was moest hij opnieuw schoon water in de emmer doen. Lotje legde hem uit hoe hij de spons en zeem moest gebruiken.  En met veel moeite kreeg hij dit moeilijke
karweitje klaar. Twinkeltje ging in de badkamer met het schuim spelen. Het kwam bijna tot aan het plafond. En dat wilde hij ook.  Maar toen hij klaar was met zijn karweitje kwam Twinkeltje opgetogen van de pret in de keuken , maar  de pret was afgelopen, het schuim was verdwenen. Floppie kromp in elkaar. Opeens was alles hem teveel. Zijn verlangen om ook in dat heerlijke schuim te spelen was zo groot geweest en nu was het voorbij.  Hij barstte in snikken uit en rende de keuken uit. Ze waren verschrikt en niet gewend dat Floppie ooit huilde. Lotje en Pluisje hadden medelijden met hem.
“Ben je niet erg streng Brombie?” vroegen ze. Het was wel te begrijpen dat hij alles verkeerd zou doen.“Je had een andere straf moeten bedenken,” viel Pluisje haar bij. 
Brombie dacht er over na en had wel een beetje spijt dat hij zo hard was geweest. Hij ging hem zoeken en  vond hem beneden in het schuurtje. Hij zat in een hoekje op de grond. Zijn ogen waren rood van het huilen. Brombie ging naast hem zitten en sloeg zijn arm om hem heen. Hij vond het erg dat hij Floppie zo had aangepakt. 
Samen gingen ze terug naar boven. Klaartje die gehoord had hoe het met Floppie  was gegaan had medelijden met hem. Hij had het toch niet met opzet gedaan! Ze vroeg of hij haar wilde bezoeken en Floppie ging er heel verlegen heen. Klaartje sloeg haar armen om hem heen en troostte hem. Alles was  weer goed. De 
volgende dagen gingen met zijn allen het werk van Klaartje doen tot ze weer beter was. En Brombie werkte nog het hardst.