Rating: 4.5 sterren
2 stemmen

Hoofdstuk 6                        Goudje wil een mooie plaat ©

                                                                          Door Ans van Grinsven

“Nou dat is afpersing en het staat in de wet en dat is ook verboden. En bovendien niet aardig als je onder vrienden bent,”zei Pietje. “Zo heb ik het niet bedoeld hoor,”zei Goudje. “bovendien zijn de platen met afbeeldingen van mijn baas, die kan ik moeilijk weggeven.” Goudje keek teleurgesteld. Zo’n prachtige plaat leek hem wel wat voor aan de wand van zijn vissenkom. “Dat kan helemaal niet,”zei Blaffie. De plaat vergaat door het water. Er blijft niks van over.” Nou dat vond Goudje niet eerlijk. Iedereen had mooie platen en schilderijen aan de wand. Beneden hingen van die prachtige schilderijen in de huiskamer. “O wat voel ik me nu alleen nu ik niet een mooie plaat voor mijn vissenkom heb.“ “Luister eens,”zei Blaffie, “als je zo’n plaat wilt ophangen moet je een spijker in de wand slaan en dan is je vissenkommetje lek. En met plakband gaat het ook niet want dat lost op in het water. Je zult het zonder plaat moeten doen. Heb je ooit een vis horen zeuren dat hij geen schilderij of plaat in het aquarium had toen je nog in de dierenwinkel rondzwom? Het spijt me bovendien dat ik je mee naar boven genomen heb.” Goudje zweeg verontwaardigd. Hij vond dat vissen niet eerlijk behandeld  werden. Waarom wilde hij nu zo’n afbeelding van een popzanger hebben. Maar hij snapte dat van een spijker of plakband niet kon natuurlijk. Hij moest er wat op zien te vinden. Op de eerste plaats hoe hij aan een prachtige plaat moest komen en ten tweede hoe deze opgehangen moest worden. Jammer dat hij geen belangrijke vissen kende. Die zouden er vast wat op weten te vinden. De zalmen die hij vroeger gekend had toen hij nog in de Indische oceaan rondzwom, ja die waren echt knap die hadden er vast wat opgeweten. Maar ja, dacht hij opeens treurig, toen was hij op een dag in de netten van de vissers terecht gekomen, en toen in de dierenwinkel. Dat was vreselijk, maar ja alles went op de duur. Nu had hij het geluk om bij deze familie  terecht te zijn gekomen en dat was ook wat waard, maar als hij nu een prachtige plaat kon krijgen voor zijn mooie nieuwe kom dan zou hij helemaal gelukkig zijn. Blaffie onderbrak zijn gedachten: “je zult het zonder cadeautjes moeten doen en gewoon je mond houden en niks vertellen over de  visite van Pietje tegen de baas. ” Er zat niets anders op dan Pietje te beloven om zijn mond te houden. “Anders vind ik het ook niet goed dat jullie nog eens op bezoek komen,” zei Pietje boos. Blaffie en Goudje namen afscheid en beneden gekomen haalde Blaffie het elastiekje van het zakje en liet de goudvis terug in zijn kommetje plonzen. “Zo,” zei Blaffie, “dat is eens maar nooit weer.” Hij wiste zich de zweetdruppeltjes van zijn snuit. “Wat heb ik in de zenuwen gezeten dat het zakje lek zou vallen.” Hij rilde van afschuw bij de gedachten wat er allemaal niet had kunnen gebeuren. Maar Goudje was helemaal niet bang geweest. Hij verheugde zich op het volgende uitstapje…en hij piekerde nog steeds over een mooie plaat voor zijn vissenkommetje. Hij moest er wat op zien te vinden. Opeens ging er hem een lichtje op: hij moest het de grote bazen hier in huis vragen. Mensen wisten zoveel, ze waren vreselijk knap. Tenslotte waren de mensen al op de maan geweest, dat had hij zelf op de tv gezien, en al ze dat al konden, wat had dan een plaat in zijn kommetje te betekenen? Dit moet een peulenschilletje voor hen zijn.

 

Wordt vervolgd